Zebrabar en Lac Rose!

Zebrabar
Na Mauretanië en alle toestanden aan de grens was de Zebrabar erg welkom. We wilde er een nachtje blijven. We werden door iedereen (ook de andere gasten) erg warm ontvangen en we voelde er ons meteen thuis.
Christian, een zwitser, vroeg ons hoe lang we wilde blijven. Om mijn antwoord moest hij hartelijk lachen. 'Een dag? hahaha dat heb ik al vaker gehoord. Dat worden er zeker 3!' Hij kreeg gelijk. Erger nog; we zijn er 4 nachten gebleven. Het was er erg relaxed en je kunt er lekker zwemmen in de zee. Ook het contact met andere reizigers is erg leuk.


Strand piste
Aan al het goede komt een eind en zo ook aans ons bezoek aan de Zebrabar. Onze vluchtdatum (letterlijk én figuurlijk) komt dichterbij en dus tijd om nog wat van Senegal te gaan zien. Ons plan (dat tijdens de reis was ontstaan) om ook nog via Gambia naar Zuid-Senegal te gaan was inmiddels niet meer haalbaar, dus houden we het bij Noord-Senegal. (Zie routekaartje als je me niet begrijpt ;)
We hoorden van diverse mensen dat de strandpiste st. Louis - Dakar erg mooi is en dus besloten we die te nemen. In het gastenboek van de Zebrabar staan de coördinaten van de route, dus die hebben we ingevoerd in de GPS. De eerste 14km verliepen behoorlijk moeizaam. We moesten door een duinengebied omdat de 'weg' wegens lage begroeiing voor ons niet te rijden was. Na dit zware deel kwamen we uiteindelijk bij het strand. Erg smal en er lagen heel veel bomen dwars op het strand. Deze bomen waren door erosie omgevallen.
Later bleek dat dit nog een stukje strand was, beschermd door een landtong. Het 'echte' strand is er breed en heel goed te bereiden. We hebben steeds tussen de 60km/h en 80km/h kunnen rijden!

Der Rudi
In Spanje hebben Benny en Anja een Duitser met zijn Roemeense vrouw leren kennen. Deze man (Rudi) was onderweg zich te gaan vestigen in Mboro sur Mer. Hij had dus een aanhangwagen bij zich met daarin zijn complete huisraad. Wij kwamen deze man (opnieuw) tegen in de Zebrabar, waar hij op onze tweede dag vertrok. Onze strandroute voerde ons langs Mboro sur Mer en wel rond 17.30u, dus een mooie tijd een slaapplaats te zoeken. We besloten (wat we ook al enigzins beloofd hadden) Rudi en Mirella op te zoeken. Ze verblijven momenteel op Auberge Waou (www.waou-senegal.com) waar wij dus ook een nachtje verbleven. De volgende dag gingen we kijken naar het terrein van Rudi. Erg mooi! Op een paar kilometer van de zee en 1ha groot. Daar ga je van dromen...
Uiteindelijk besuiten we aan het einde van de middag over het strand te vertrekken richting Dakar. We willen nog niet naar de stad, maar wel even Lac Rose bezoeken. (Dat 'even' duurde wat langer dan gepland) Het rose zoutmeer bij dakar is traditioneel het einde van 'de Dakar' (Sinds een aantal jaar vertrekt de 'Parijs - Dakar' niet meer in Parijs, maar ieder jaar in een andere stad. Vandaar dat met de Rally tegenwoordig 'de Dakar' noemt. Dit jaar vertrekt men in Lissabon, Portugal.)
Omdat het tij aardig opkomt en het tegen etenstijd loopt, richten we een Bushcamp in aan de rand van het strand tegen de bosrand. Een van de beste Bushcamps tijdens onze reis!
De volgende ochtend hebben we het tij tegen en we besluiten zo snel mogelijk het strand af te gaan en via asfalt naar Lac Rose te rijden.

Oeps!
Als we de volgende morgen bij Lac Rose arriveren rijden we een rondje rond het meer en strijken op een rustig plekje neer. Het is lunchtijd, dus we pakken onze tafeltjes en stoeltjes uit en gaan een hapje eten. Na het eten filmen en fotograferen we nog wat van ons eindpunt. We hadden namelijk aanvankelijk (vóór we besloten onze Unimog in te schepen en terug te vliegen) Lac Rose als eindbestemming aangeduid. Lac Rose leek ons een mooiere eindbestemming dan Dakar, omdat Dakar een grote en vrij drukke stad is, waar we op zich niet veel te zoeken hebben. Verder is Lac Rose natuurlijk vanwege 'de Dakar' een mooie eindbestemming.
Verder grijp ik het moment aan nog even een smsje te sturen naar een aantal mensen met de enthousiaste mededeling dat we onze eindbestemming bereikt hebben en we pompen onze banden op. (tijdens zo'n strand- of zandpiste laten we de banden af tot 1,8bar terwijl de normale druk 3,5bar is. Dit om meer tractie en minder bodemdruk te krijgen)
Tijdens de lunch stopte er een Senegalees die vertelde met een Belgische vrouw te zijn getrouwd en vlakbij te wonen. Hij vroeg of we met hem mee naar huis gingen zodra hij terug was van de markt. Daar stemden we mee in. De man bleek echter nogal lang werk te hebben op de markt en we besloten verder te rijden.
Voor de grap roep ik bij het wegrijden door de portofoon naar Benny: "even kijken of het veel uitmaakt, die harde banden" en ik draai de Unimog richting de uitgang. Ik had op dezelfde plaats al eerder gereden.
Plots voel ik de Unimog wegzakken. Ik zet hem snel in zijn achteruit om er weer uit te rijden, maar tegelijkertijd voel ik hem verder wegzakken. Als ik uitstap zie ik dat ik hier niet meer zomaar uit ga rijden.
Waar we geluncht hebben en wat gefilmd hebben blijkt de bodem te bestaan uit een hele harde bovenlaag van zo'n 10cm met daaronder hele natte blubber. Mijn Unimog was plots door de bovenlaag gezakt en daarom had achteruitrijden geen zin. Het chassis lag op de grond, de wielen hadden geen tractie en achter de achterwielen was een 'muurtje' van zo'n 50cm hoog. Bovendien stonden mijn wielen behoorlijk gedraaid.
Een poging om met Benny's Unimog te trekken bleek ook zonder effect. Oeps!
Samba
Al vrij snel kwam Samba, de Senegalees, terug en sloeg zijn handen op zijn hoofd. "Dat is drijfzand" zei hij en hij zei dat we er niet op eigen kracht uit zouden kunnen komen. Hij vertelde dat er in het dorp een man woonde die een grote vrachtauto met lier had en dat die ons er wel even uit zou trekken. Wij naar die man om dat te vragen. Hij wilde dat wel doen, maar moest daar 50.000 CFA voor hebben. (Dat is €80,-!! Een maandloon in Senegal licht tussen de €30 en de €50!) Pogingen af te dingen hadden geen effect. De prijs was niet discutabel. Ik weigerde (Frank = koppig) zo'n enorm bedrag te betalen en we gingen terug naar de Unimog. Dat wordt graven... Veel graven!


Personeel
Al snel komen er meer en meer afrikanen kijken en roepen dat ze weten hoe het moet en dat ze iemand kennen in het dorp met een.. jajaja dat doen we dus niet. Daar hebben we niet zoveel geld voor over.
Op de vraag hoeveel we dan willen betalen antwoorden we €20 hooguit. Maar No cure no pay!
Een stuk of 5 zwarten (niet denegrerend bedoeld) raken in discussie en beginnen te graven. Als bezetenen graven ze zand weg en komen ze met zakken schelpen aandragen. Deze schelpen storten ze in de gegraven gaten om zo tractie te krijgen. Na een aantal uurtjes werken gaan we het proberen. Benny trekken en ik rijden. Geen resultaat. We proberen van alles. Trekken met de Hi-lift-Jack (soort krik), op spanning zetten met de Hi-lift-Jack, de unimog optillen met de Hi-lift-Jack maar om 21.00u nog steeds geen beweging. (Het is inmiddels al ruim twee uur donker) We (wij en ons personeel ;) besluiten de volgende dag verder te gaan. We spreken om 10 uur af en hopen dat ze op komen dagen.
Voor ze naar huis gaan vragen ze echter of ze alvast wat geld kunnen krijgen. We wijzen op onze afspraak en betalen niets. Dan zeggen ze dat als we hen nu geld geven, dat het een kado is en niet 'betalen'. Jaja, maar we betalen niet.
Na een heerlijke pasta (Anja en Janneke hadden intussen gekookt) en een slaechte nacht (veel peinzen) besluit ik vroeg op te staan om tussen 7 en 10 zelf nog wat te kunnen denken en proberen.

Eindelijk resultaat!
Wanneer ik echter om 7uur met mijn koffiepotje buitenstap komt er net één van onze afrikanen aanlopen. Die is vroeg! Ik geef hem koffie en we beginnen. Ik maak hem op mijn beste Frans duidelijk dat we het vandaag op mijn manier gaan doen en wonderwel gaat hij accoord. We beginnen te graven. Inmiddels zijn de gaten waarin de wielen steken tot 5cm onder de rand volgelopen met opgeweld grondwater en dus graven we modder en slijk uit het water. We graven net zolang tot we de Unimog tussen de wielen helemaal hebben uitgegraven tot de onderkant van de wielen, zodat er geen weerstand meer is. Verder graven we rond de voorwielen nog wat meer, zodat ik ze recht kan draaien. Daarna graven we achter de achterwielen een schuine 'oprijweg' die 3 meter lang is. Daar leggen we rijplaten in en vervolgens stro. Wanneer Benny begint te trekken en ik de wielen recht heb schiet de Unimog ineens op het droge! Het is 10uur en dus 20uur geleden dat we wegzakten! Maar de Unimog is eruit!
We betalen de mannen €20,- en laten ze die zelf verdelen. Dat kunnen ze beter zelf regelen. Eindelijk kunnen we weg! Lac Rose vergeten we nooit meer!

Veerle
We rijden nog even naar het dorp waar Veerle en Samba wonen. We gaan er op bezoek en worden hartelijk ontvangen. Veerle blijkt van Gent te zijn, heeft 3 studerende kinderen én 1 schoolgaande. Deze laatste woont nu bij haar in Senegal. Ze heeft een tijdje in de Belgische Ardennen gewoond en daarna in Luxemburg. Tijdens wat werk voor een NGO hier in Senegal leerde ze Samba kennen (6maanden geleden). Ze vonden elkaar zo leuk, dat ze besloten te trouwen. (Samba is ook met een Senegaleese getrouwd, Polygamie is hier heel normaal.) Veerle verkocht haar Bistro in Luxemburg en kocht hier, samen met Samba, een stukje grond. Ze bouwden er een huis en een maand geleden verhuisde ze naar hier. We hebben er wat gedronken en wat gehoord over de gang van zaken in Senegal.
Vanaf het dorp van Veerle en Samba rijden we richting Reservé de Bandia. Onderweg komen we nog langs een piepklein reservaatje: le Village de Turtues. Dit schildpaddendorp vlakbij Lac Rose is leuk om eens rond te lopen. Je leert er veel over dit oeroude dier en je ziet ze er in vele soorten en maten! (entrée: 3000CFA p.p.)

Reservé de Bandia
Dit reservaat schijn de moeite waard te zijn en is zowiezo het enige dat voor ons haalbaar is te bezoeken. Een ander reservaat in Senegal, Niokola koba, is 1000km rijden en daar zou door de vele regen die de afgelopen maanden gevallen is nu weinig te zien zijn. Het gras is door de vele regen namelijk er hoog en de dieren kunnen voldoende water vinden zonder naar de drinkplaatsen te hoeven komen.
We kamperen voor de poort van Reservé de Bandia en de volgende dag gaan we met zijn 2-en naarbinnen. Anja en Benny wachten, omdat ze waarschijnlijk nog veel mooiere reservaten gaan tegenkomen op hun reis.
We mogen met onze Unimog naar binnen, maar zijn wel verplicht een gids mee te nemen. Het kost ons 2x 7000CFA entree en 3500CFA voor de gids.
Het blijkt inderdaad de moeite waard. Al na een paar kilometer rijden staan we ineens oog in oog met een vijftal giraffen. Omdat we nog niet helemaal gewend zijn, vergeten we de fotocamera mee uit de auto te nemen (Ja, in dit reservaat mag je uit je auto gaan om zo dicht mogelijk bij de dieren te kunnen komen). Gelukkig hebben we de videocamera wel bij, dus jullie zullen moeten wachten op de videofilm!
De rest van de dieren hebben we wel op de foto kunnen zetten. We zagen er nog buffels, waterbuffels, paard-antilopen, witte neushoorns, een stekelvarken, schildpadden, gazellen, apen, impala's en nog wat waarvan we de naam niet meer weten... Helaas hadden de krokodillen zich vanwege het warme weer onder water verscholen.

Na deze enerverende dag rijden we richting het zuiden en richten een bushcamp in. Wat een dag... en wat een week!


Lees verder...